Het totaal aantal zielen die tot het huis van Jakob behoorden en die naar Egypte kwamen, was zeventig (Genesis 46:27b)
Lezen: Genesis 44:18 – 47:27
Introductie
Nadat Juda in de bres was gesprongen voor Benjamin, brak Jozef in huilen uit en maakte zichzelf aan zijn broers bekend. Jozef adviseerde vader om de overige vijf jaar van de zeven jaar durende hongersnood naar Egypte te komen. We lezen in Genesis 46:27b dat Jakob in totaal met 70 zielen in Egypte aankwam.
Wie is die 70ste ziel?
Er is echter iets merkwaardigs met het getal 70. Je kan tellen wat je wil, maar op het ronde getal 70 lijk je niet uit te komen. Als je zorgvuldig telt kom je hooguit op 69 zielen1. Er blijkt dus een ziel te ontbreken. Maar wie is dit dan? Binnen de Joodse uitleggen, worden hier verschillende suggesties gedaan wie deze (mysterieuze) persoon zou kunnen zijn.
Jochebed
Volgens de Midrash Rabbah, Targoem Pseudo-Jonathan en de Bava Batra2 is de zeventigste persoon Jochebed.3 Haar conceptie was namelijk tijdens de reis dat de familie van Jakob afdaalde naar Egypte. Maar zij werd geboren tussen de muren (dit is Egypte). Haar geboorte was dus in Egypte, maar haar conceptie was niet in Egypte. De familie was dus met zeventig personen, maar Jochebed kon niet genoteerd worden als persoon die was afgedaald naar Egypte.4
Zoon van Dan
De Midrash Samuel5 ziet in de zeventigste persoon een zoon van Dan. We lezen in Genesis 46:23 namelijk: ‘De zonen van Dan: Husim.’, terwijl er maar 1 persoon wordt genoemd. De (Hebreeuwse) meervoudsvorm van de naam Husim wordt door de Midrash geïnterpreteerd als een aanduiding van een andere zoon die in de telling was opgenomen, maar om welke reden dan ook niet bij naam werd genoemd. Misschien stierf hij onderweg, of werd hij onderweg geboren.6
JHWH zelf
De laatste suggestie die ik wil noemen komt van Pirkei de-Rabbi Eliezer7. Zijn verklaring is dat JHWH zelf als zeventigste persoon is meegerekend. In Genesis 46:4 lezen we namelijk dat God tegen Jakob zegt dat Hijzelf met hem zal meetrekken naar Egypte.
Laten we aannemen dat inderdaad hier de zeventigste persoon, JHWH zelf is. Wat een geweldige bemoediging moet dat geweest zijn voor Jakob. JHWH stond aan zijn zijde en verliet Jakob niet. Aan de andere kant zou je de vraag kunnen stellen, waarom JHWH Jakob moet vertellen dat Hijzelf zal meetrekken met Jakob naar Egypte. Kende Jakob God (nog) niet zo goed, dat hij zou twijfelen of God wel met hem mee zou gaan? Nee, dat is het niet. Er was een andere reden dat JHWH Jakob liet weten dat Hijzelf zou meetrekken naar Egypte.
Zal JHWH meetrekken naar Egypte?
Jakob kende namelijk de eerdere belofte die JHWH aan zijn vader Isaak had gegeven. In die belofte vertelt JHWH dat wanneer Isaak niet naar Egypte zal trekken, JHWH met hem zal zijn en hem zegenen (Genesis 26:1-6). In de periode dat God dit tegen Isaak zei, was er zoals nu bij Jakob een hongersnood in het land Kanaän.
Dus toen Jozef zijn vader vroeg om naar Egypte te komen, stond Jakob in dubio. Hij wilde dolgraag Jozef weer zien en dichtbij hem zijn, maar Jakob wist ook van JHWH’s belofte aan Isaak. Als Jakob zou kiezen om naar Egypte te gaan en daar te blijven wonen? Zou JHWH dan zijn belofte en zegen intrekken? Het antwoord is dus nee, want God geeft aan Jakob te kennen dat het nu goed is om naar Egypte te gaan. Het was dus een hele geruststelling voor Jakob te horen dat JHWH zelf met hem meeging. Dit zou de reden geweest kunnen zijn dat bij het tellen van de zielen JHWH werd meegeteld. Om zo het meegaan van JHWH extra te bevestigen.
Het getal 70
Het getal 70 (of 7) is binnen het Bijbels (Hebreeuws) denken een getal met een bijzondere betekenis. Meerdere keren kom je namelijk in zowel het Oude als het Nieuwe Testament het getal 70 (of 7) tegen.8
In Genesis 10 worden de afstammelingen van de zonen van Noach, Sem, Cham en Jafeth opgesomd. In totaal zijn dit 70 namen. Deze namen worden gezien als de 70 volkeren die zich na de zondvloed en de toren van Babel over de hele aarde verspreidde.9 Mozes stelde 70 oudsten uit het volk Israël aan, op wie JHWH Zijn Geest zal leggen (Numeri 11:16-30). In Lukas 10:1-20 zendt Jezus 70 discipelen uit om te laten zien en te vertellen dat Gods Koninkrijk nabij was gekomen.
Volgens Joodse geschriften zou God bij het geven van de 10 woorden aan het volk Israël op de berg Sinaï in 70 talen hebben gesproken. Zo zou volgens de christelijke overlevering met de uitstorting van de Heilige Geest op Pinksteren (Shavu’ot) de discipelen in 70 tongen hebben gesproken (of in 70 talen zijn gehoord door de omstanders).
70: het getal van de volkeren
Ik heb expliciet deze bovenstaande voorbeelden genoemd, omdat het getal 70 hier enigszins allemaal dezelfde betekenis hebben. Het getal 70 staat hier namelijk voor alle volkeren/talen van de wereld. Met andere woorden; ondanks dat God met Israël voor eeuwig een verbond heeft gesloten, en Hij Zichzelf aan het volk Israël heeft verbonden, heeft God (door Israël heen) alle volkeren op het oog. In bredere context staat het getal 7 (70,700,7000 etc.) dan ook voor volheid, compleetheid.
Het getal 6
Wanneer JHWH dus niet met Jakob zou zijn meegetrokken naar Egypte, zou het aantal zielen op 69 zijn blijven steken. En 69 is geen 70 en dus geen volheid. Dan zou de familie van Jakob/Israël niet compleet zijn. In de 69 zit het getal 6, het getal 6 is ook het getal van de mens. De mens die op de 6de dag is geschapen. Maar ook de 6 van de onvolmaaktheid. Het bijzondere is, dat we in Genesis 46:26 lezen dat, het aantal die met Jakob naar Egypte kwamen 66 zielen waren. Jozef en zijn twee zonen waren hier niet meegerekend omdat zij al in Egypte waren.
Israël zal tot volheid komen
Wanneer wij weer even terugkomen dat Jozef de type is van Jezus, zoals we in eerdere parashot hebben gezien, dan zouden de twee zonen van Jozef die in Egypte zijn geboren, gezien kunnen worden als de heidenen die uit de volkeren tot geloof zijn gekomen. Met andere woorden; het volk Israël zal pas compleet zijn, wanneer Israël Jezus, als hun Messias zullen erkennen en de gelovigen uit de heidense volkeren zich zullen scharen onder het volk Israël. Pas dan zal het huis van Jakob/Israël volkomen zijn. In Genesis 48:5 neemt Jakob, de zonen van Jozef, aan als zijn eigen zonen.
5 En nu, uw beide zonen (van Jozef), die u in het land Egypte geboren zijn, voordat ik tot u naar Egypte gekomen was, zij zijn de mijne; Efraïm en Manasse zullen mij als Ruben en Simeon zijn. NBG51
Wanneer wij als gelovigen blijven denken dat Israël heeft afgedaan, dan missen wij ook de volheid van JHWH. Dan moeten wij ons ernstig afvragen of God wel met ons meetrekt. Maar tegelijkertijd geldt dit ook voor Israël. Zolang zij Jezus/Yeshua, niet erkennen als hun Messias en de gelovigen van Jezus niet aannemen, dan zijn ook zij nog onvolmaakt.
- Om op de 69 zielen uit te komen moet je in de geslachtsregister niet de zonen Er en Onan van Juda en de vrouw van Jakob, Rachel, meerekenen, zij waren immers al gestorven. In Genesis 46:26 lezen dat de vrouwen van de zonen van Jakob ook niet werden meegeteld. En omdat het om het nageslacht van Jakob gaat, is Jakob zelf ook niet meegerekend.[↩]
- Bava Batra (letterlijk laatste poort) is het derde traktaat (masechet) van de Orde Neziekien (Seder Neziekien) van de Misjna en de Talmoed. Het beslaat tien hoofdstukken.[↩]
- Deze aanname is gebaseerd op Numeri 26:59, waar gezegd wordt dat Levi haar baarde in Egypte.[↩]
- Zie Genesis Rabbah 94:9; Targoem Pseudo Jonathan Genesis 46:26-27; Bava Batra 123a.[↩]
- De Midrash is onderverdeeld in 32 hoofdstukken. Hoofdstuk 1-24 behandelen 1 Samuël en hoofdstuk 25-32 behandelen 2 Samuël. De Midrash bevat aggadische interpretaties en preken uit de boeken van Samuël.[↩]
- Midrash Samuel 34[↩]
- Samengesteld in Talmoedisch Israël/Babylon (c.630 – c.1030 CE). Pirke de-Rabbi Eliezer (Hoofdstukken van Rabbijn Eliezer) is een aggadisch-midrashisch werk over de Thora dat exegese en hervertellingen van bijbelse verhalen bevat.[↩]
- Ik zal nu alleen ingaan op het getal 70, maar de 70 is enkel een tienvoud van 7. Maar ook de honderdvoud of duizendvoud etc, zijn afgeleide van het getal 7 en hebben dezelfde betekenis.[↩]
- Zie ook Deuteronomium 32:8[↩]