Hoe reëel is God nu eigenlijk? En hoe kunnen we de realiteit van God ‘bewijzen’? Wat verstaan we onder bewijs? Bewijs vraagt om een bepaald soort kennis. Maar wat is die kennis dan? En hoe kunnen we die kennis verkrijgen?
Een simpel antwoord?
Een simpel antwoord zou kunnen zijn dat we bewijs kunnen leveren door gewoon gegevens te verzamelen. Maar over wat voor soort gegevens spreken we dan? Wat is het criterium? Moeten dit alleen zichtbare en tegelijkertijd meetbare gegevens zijn? Of voldoen onzichtbare gegevens ook aan dit criterium? Maar hoe zijn deze onzichtbare gegevens te meten? Hoe kan je iets dat niet zichtbaar is mathematisch (wiskundig) vastleggen? En moet een gegeven die een waarheidsgehalte bezit wel meetbaar zijn? Is überhaupt alles (direct) meetbaar? En een ander belangrijke vraag; heeft een meetbaar gegeven meer waarheidsgehalte dan een niet-meetbaar gegeven?
Zoals je al gemerkt heb is het niet zo eenvoudig als het lijkt om een antwoord te geven op de vraag hoe reëel God is. Om niet door de vele bomen het zicht te verliezen, waardoor we het bos niet meer zien, zullen we proberen stap voor stap een antwoord hierop te geven.
Meten is weten?
‘Meten is weten’. Dit is een uitspraak die we waarschijnlijk allemaal wel kennen. En natuurlijk zit hier een kern van waarheid in. Het is echter de vraag of we alleen door te meten kunnen komen tot kennis. In deze huidige maatschappij neemt de (natuur)wetenschap een prominente plaats in, als het gaat om het zoeken naar antwoorden c.q. de waarheid. 1 Het uitoefenen van wetenschap is geen verkeerde zaak. Ook een christen ziet hierin geen bezwaren. In de tijd van de middeleeuwen waren het vooral de christenen die hierin het initiatief namen. Via de wetenschap wilden zij namelijk ‘bewijzen’, dat God als Schepper de hemel en aarde had gemaakt. Zij waren het met Paulus eens dat: de dingen van Hem (God) die onzichtbaar zijn, sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien kon worden. 2 En de wetenschap zou hieraan een goede bijdrage kunnen leveren.
Open versus gesloten systeem
In deze periode werd wetenschap uitgeoefend vanuit een ‘open systeem’. Hiermee wordt bedoeld, dat men open stond voor informatie (openbaring) buiten de zichtbare wereld c.q. waarneming om. De Bijbel werd nog aangenomen als een ‘goddelijk’ geïnspireerd boek. Zij geloofden dat de Bijbel een boek was waarin de onzichtbare God tot bepaalde mensen had gesproken en hen informatie had gegeven over o.a. het ontstaan van de schepping.
Er is echter in de loop der eeuwen een kanteling gekomen, steeds meer ging de mens vertrouwen op haar eigen rede (verstand). En steeds meer werd het standpunt ingenomen dat alleen de zichtbare wereld de enige weg is om tot ‘ware’ kennis te komen. Even zwart-wit gezegd kwam het neer op de uitspraak: ‘wat je niet ziet, is er niet’. In de huidige maatschappij wordt dus wetenschap voornamelijk uitgeoefend vanuit een ‘gesloten‘ systeem. Er is daarbij geen ruimte tot het aannemen van ‘feiten/kennis’ buiten het waarneembare om.
Maar is dit redelijk? Is dit (nog) de enige mogelijkheid om kennis te verwerven? Het antwoord hierop is ontkennend! Er zijn grenzen aan de empirische wetenschap. Zoals ‘Evolutie. Het nieuwe studieboek’ terecht zegt:
‘De kennismethode van de natuurwetenschap is niet de enige mogelijkheid om kennis te verwerven. Ware kennis kan ook door persoonlijke mededelingen verkregen worden. Een voorbeeld daarvan is de zin ‘Ik hou van jou’.’ 3
Object versus subject
Iedereen weet en begrijpt dat het onmogelijk is een mededeling als ‘Ik hou van jou‘ empirisch te bewijzen. En ondanks dat zal iedereen, die dit te horen krijgt, dit aannemen als ‘waarheid’. Geen enkel gezond persoon zal hier aan twijfelen.
Natuurlijk moet de persoon, die de mededeling doet, wel menen wat hij zegt. Daarnaast is het indirect te ‘bewijzen’. Want dat wat medegedeeld is zal (uiteindelijk) in het waarneembare getoond (moeten) worden. Maar belangrijk is te onderkennen dat de persoonlijke mededeling en daarmee de persoon zelf niet het object, maar het subject is. Het ‘subject’ is hier de mededeler (en de mededeling), terwijl het object naar het waargenomene verwijst. In dit geval zal dit de zichtbare uiting zijn van de liefdesverklaring ‘Ik hou van jou‘ (dit kan bijvoorbeeld zijn: het geven van een kus of het omarmen van de ander).
Gods persoonlijke mededeling
We komen nu weer terug op de vraag over de realiteit van God. Hoe reëel is Hij nu? We kunnen in ieder geval, vanuit wat we tot nu toe gezien hebben, zeggen dat de realiteit van God in zoverre waar is, dat Hij een persoonlijke mededeling doet over de schepping, namelijk; dat Hij de hemel en aarde (en al wat daarin is) heeft geschapen. 4 We hebben dus, vanuit een persoonlijke mededeling, kennis verkregen. Vanuit dit gezichtspunt is het de vraag of het gerechtvaardigd is dat de wetenschap deze kennisgeving zomaar naast zich neerlegt. Het antwoord hierop is nee! Zij behoort de reële mogelijkheid open te houden dat de verkregen kennis waarheid zou kunnen zijn, waardoor zij tot de conclusie komt dat God een realiteit is.
De inconsequentie binnen de seculiere wetenschap
Helaas zien we in de seculiere wetenschap dat veel wetenschappers deze weg onterecht afsluiten. Maar wanneer zij echt consequent willen vasthouden aan het uitoefenen van wetenschap in een ‘gesloten empirisch systeem’, dan zouden zij ook de ‘persoonlijke mededeling’ van Darwin moet verwerpen. Want dat het leven vanuit een evolutionair proces en vanuit toevalligheid is ontstaan, is puur een persoonlijke mededeling geweest vanuit het denken van Darwin zelf. Deze uitspraak is in geen enkel opzicht vanuit empirische waarneming opgedaan. En nog steeds is de evolutietheorie vanuit empirische waarnemingen niet bewezen. Is hiermee de evolutietheorie afgedaan? Nee, dat wordt hier niet beweerd. Waar het hier wel om gaat is dat de huidige (seculiere) wetenschap inconsequent is. De huidige wetenschap behoort ‘de realiteit van God’ open te houden, net zoals zij dat doet met de ‘persoonlijke mededeling’ van Darwin. Wanneer zij dit niet wil doen, dan zou zij ook de theorie van Darwin moeten verwerpen en enkel vanuit de empirisch objectieve waarneming wetenschap moeten uitoefenen (zonder vooraf medegedeelde wereldbeschouwingen). De vraag is echter of dit in de praktijk mogelijk is.
- De (natuur)wetenschap werkt uitsluitend empirisch, dat wil zeggen: hun uitspraken moeten betrekking hebben op waarneembare feiten. Het onderwerp van de (natuur)wetenschap is het terrein van de natuur, dat zich door systematisch onderzoek wetmatig laat beschrijven;. Zie R. Junker en S. Scherer, Evolutie. Het nieuwe studieboek, (China: De Oude Wereld, 2010) pag. 12[↩]
- Romeinen 1:20[↩]
- Junker en Scherer, Evolutie. Het nieuwe studieboek, pag. 12[↩]
- Genesis 1:1-2:3[↩]